Bij monumentale bomen, misschien beter gezegd ‘oude bomen’, denken we gelijk aan dikke eiken, forse beuken of knoestige linden. Hebben we het over populieren, worden we bedenkelijk, aangezien ze meestal na 50 jaar wel ‘kaprijp’ zijn. Of geven we ze misschien gewoon de tijd niet om oude te worden?
Het woord ‘kaprijp’ is een term die in de houtproductie gebruikt wordt, na zo’n 40 jaar worden populieren gekapt omdat oudere bomen in kwaliteit achteruit gaan doordat de kernen kunnen gaan rotten. Een populier kan echt wel veel langer leven. Vooral de inheemse zwarte populier (Populus nigra) kan ouder dan 200 jaar worden.
De populieren die deze soort min of meer verdreven hebben, doordat ze meer geschikt waren voor productie, omdat ze veel sneller groeien; dat zijn de Euramerikaanse of canadese populieren. Ze zijn ontstaan door de zwarte populier met de snelgroeiende Amerikaanse zwarte populier (populus deltoides) te kruisen. De eerste variëteiten die uit deze kruising ontstonden in de 18e eeuw in Frankrijk waren ‘Serotina’ en ‘Marilandica’. De eerste was een betere boom dan de tweede, omdat de laatste langzamer groei en minder recht is en soms veel maserknollen vormt, zoals de zwarte populier. Toch werden ze ongeveer evenveel aangeplant.
Doordat er steeds meer varianten ontstonden die nog sneller en beter groeiden, zoals ‘Robusta’ en nog later ‘Koster’, werden de oude klonen steeds minder aangeplant en tegenwoordig hebben we bijna alleen nog oude exemplaren. Terwijl juist deze bomen in de toekomst belangrijk gaan worden, aangezien ze minder breukgevoelig zijn dan de meeste populieren en daardoor onder andere langer leven. Daardoor ook ecologisch belangrijk zijn als veteraanbomen.
De langstlevende populier in Nederland is te vinden bij plantsoen De Worp in Deventer, en is zo’n 200 jaar oud en is een ‘marilandica’, ook wel Brabantse staander genoemd. De dikste populieren in ons land zijn vrijwel allemaal ‘serotina’s’, welke vooral gekenmerkt worden aan hun bolronde kruinen, symmetrische vormen en vooral ook doordat ze het laatst uitlopen van de populieren, meestal eind april. Ze worden ook wel ‘late populieren’ genoemd. Populieren zijn, op één soort na, allemaal tweehuizig, wat betekend dat er mannelijke en vrouwelijke bomen zijn. Zo is ‘serotina’ een mannelijke kloon en ‘marilandica’ vrouwelijk. De canadeze populierenklonen kunnen dan ook alleen maar vegetatief vermeerderd worden, meestal door te stekken. Populieren met pluizen zijn altijd vrouwelijke bomen.
Even weer terug naar de dikste populieren. Deze bomen zijn werkelijk enorm voor ons land en behoren tot de grootste bomen van Nederland. En dat na ongeveer 120 tot 150 jaar. De op twee na dikste populier is te vinden in Angerlo op Landgoed Bingerden in de uiterwaarden van de IJssel. Hij heeft een stamdiameter van meer dan 2,5 meter en is ongeveer 120 á 130 jaar oud, wat betekend dat jaarringen van 2 cm heel gewoon zijn, voor zulke bomen. Andere zware populieren zijn te vinden in Baak, in Gietelo bij Slot Nijenbeek en in Zutphen bij de Marshaven, allen met een omvang van meer dan 8 meter.
Wat bijzonder is aan Landgoed Bingerden in Angerlo, os dat het een locatie is met meerdere zware populieren bij elkaar en populieren van alle levensfases bij elkaar: Er staan jonge populieren van amper 20 jaar, er staan er die op weg zijn naar de 100 jaar, er zijn reuzen van meer dan 120 jaar en ook afgestorven, aangetaste en/of afgebroken exemplaren.
Een dode, holle populier bood nestgelegenheid aan ooievaars, maar ook aan bijvoorbeeld torenvalken. Ook de levende bomen zitten vol ooievaarsnesten.
Er staan in totaal zo’n vijf echt grote populieren op deze plek, variërend van 6,5 tot 8,2 meter in omvang. Ze zijn van oorsprong aangeplant geweest als bakenbomen om aan de schippers de oever aan te duiden, zodat ze bij hoog water niet vast zouden komen te zitten*. Langs onze rivieren zijn nog veel meer van zulke bakenbomen te vinden; meestal populieren, maar ook essen en wilgen. Door moderne apparatuur zijn de bakenbomen niet meer nodig en sterft dit gebruik langzaam uit. Toch moeten we zuinig zijn op deze bomen die toch deel uitmaken van ons rivierenlandschap en om alle andere waarden van deze reuzen.
*Populieren kunnen, vooral in rustperiode (winter), langdurige overstroming overleven, doordat ze tijdelijk overgaan op anaerobe verbranding.