Zonnebrand bij bomen treedt op wanneer de zonnestralen rechtstreeks op de stam schijnen, vooral in de warmere zomermaanden. Dit kan leiden tot oververhitting van de sapstroom, onder de bast, die dan hoge temperaturen kan bereiken. De beschadiging van de bast en zelfs de vorming van scheuren zijn vaak pas in het volgende jaar zichtbaar. Jonge bomen en bomen met een dunne schors, zoals lindebomen en beuken, zijn bijzonder vatbaar voor zonnebrand.
Bij het beschermen van bomen tegen zonnebrand zijn er verschillende methoden die kunnen worden toegepast. In het verleden gebruikten we vaak jute als beschermingsmateriaal. Dit natuurlijke materiaal is goed opneembaar door de natuur. Daarnaast gebruiken eekhoorns en vogels het jute als nestmateriaal. Jute is alleen niet de meest effectieve beschermingsmethode, omdat het geen verkoelende functie heeft. Hier zijn enkele alternatieve en effectievere beschermingsmethoden:
Het is belangrijk om regelmatig de beschermingsmethoden te controleren, en bijwerken indien nodig, om ervoor te zorgen dat de bescherming optimaal blijft.
In 's-Hertogenbosch voeren we het witten van lindebomen en beuken zorgvuldig uit volgens een gestandaardiseerde procedure.
Allereerst wordt een speciale witte boomverf, Cortiflex, aangebracht op de stam, meestal met behulp van een vernevelaar of kwast. Omdat de stammen goed vanaf de grond bereikbaar zijn, hebben we geen hoogwerker of klimtechnieken nodig. De verf brachten we aan tot aan de eerste takken.
De voordelen van Cortiflex zijn de maximale reflectie van zonlicht, blijft enkele jaren werkzaam en breekt dan langzaam af en is dus eenmalig aan te brengen voor meerdere jaren bescherming. Daarnaast is de verf makkelijk te verwijderen, van bijvoorbeeld de werkbus, met water. Belangrijk is dat het middel aangebracht wordt bij temperaturen boven de 8 °C. Om de omgeving te beschermen tegen de verfnevel, gebruikten we een spatscherm achter de boom.
Het witten gebeurt meestal in het vroege voorjaar, voordat de zonkracht toeneemt. Bij oudere bomen wordt de verf aangebracht tot aan de eerste takken, terwijl bij jongere bomen de hele stam wordt gewit. Het witten wordt regelmatig gecontroleerd en indien nodig bijgewerkt om een optimale bescherming te waarborgen.
Er zijn verschillende manieren om het witsel aan te brengen. Allereerst kan het witten van de stammen worden uitgevoerd door in de boom te klimmen met behulp van klimtechnieken en de stam 'verven' met een kwast. Deze methode is geschikt voor bomen die slecht bereikbaar zijn en vereist klimervaring. Daarnaast kan het witten ook worden uitgevoerd met behulp van een hoogwerker, waarbij we het stamwitsel aanbrengen met een vernevelspuit. Dit is handig voor middelhoge tot hoge bomen. Ten slotte is er de mogelijkheid om het stamwitsel vanaf de grond aan te brengen met behulp van een vernevelspuit. Dit is een praktische optie voor bomen van elke omvang, waarbij maar een deel van de stam of een lage stam gewit moet worden. Het kiezen van de juiste methode hangt af van de grootte en toegankelijkheid van de boom en middelen die beschikbaar zijn.